Gods Woord

In de bijbel:

2 Timótheüs 3:16 Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid.

Psalm 12: 7 De woorden des HEREN zijn zuivere woorden, gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd.

Spreuken 30: 5 en 6 Alle woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild. Doe niets aan zijn woorden toe, opdat Hij u niet terechtwijze en u een leugenaar bevonden wordt.

Jesaja 55: 8-11 Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord van de HERE. Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten. Want zoals de regen en de sneeuw van de hemel neerdaalt en daarheen niet weerkeert, maar doorvochtigt eerst de aarde en maakt haar vruchtbaar en doet haar uitspruiten en geeft zaad aan de zaaier en brood aan de eter, alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij weerkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend.

Marcus 13:31 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.

Marcus 4: 14-20 De zaaier zaait het woord. Dit zijn degenen, die langs de weg zijn: waar het woord gezaaid wordt, en zodra zij het horen, komt terstond de satan en neemt het woord, dat in hen gezaaid is, weg. En evenzo zijn, die op steenachtige plaatsen gezaaid worden, degenen die, zodra zij het woord horen, het terstond met blijdschap aannemen. Doch zij hebben geen wortel in zich, maar zijn mensen van het ogenblik; wanneer later verdrukking of vervolging komt omwille van het woord, komen zij terstond ten val. En een ander deel zijn degenen, die in de dorens gezaaid worden: dit zijn zij, die het woord horen, maar de zorgen van de wereld en het bedrog van de rijkdom en de begeerten naar al het andere komen erbij en verstikken het woord en het wordt onvruchtbaar. En dit zijn degenen, die in goede aarde gezaaid zijn: zij, die het woord horen en in zich opnemen en vrucht dragen, dertig- en zestig- en honderdvoud.

Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten van het hart.

1 Korintiërs 4: 6 Dit, broeders, heb ik op mijzelf en Apóllos overgebracht om uwentwil, opdat u uit ons voorbeeld zou leren niet te gaan boven hetgeen geschreven staat, opdat niet iemand van u zich vóór de een en tegen de ander opblaze.


Efeziërs 6: 10-18a Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte van zijn macht. Doet de wapenrusting van God aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen van de duivel; want wij hebben niet te worstel en tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Neemt daarom de wapenrusting van God, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden. Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser van de gerechtigheid, de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes; neemt bij dit alles het schild van het geloof ter hand, waarmee u al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven; en neemt de helm van het heil aan en het zwaard van de Geest, dat is het woord van God. En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest…

1 Petrus 1:24 en 25 Want: Alle vlees is als gras en al zijn heerlijkheid als een bloem in het gras; het gras verdort en de bloem valt af, maar het woord des Heren blijft in der eeuwigheid. Dit nu is het woord, dat u als evangelie verkondigd is.

2 Petrus 1: 19 - 2:1 En wij achten het profetische woord des te vaster, en u doet wèl, er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten. Dit moet u vooral weten, dat geen profetie van de Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is de profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken. Toch zijn er ook valse profeten onder het volk geweest, zoals ook onder u valse leraars zullen komen, die verderfelijke ketterijen zullen doen binnensluipen, zelfs de Heerser, die hen gekocht heeft, verloochenend en een schielijk verderf over zich brengend.