KRUISIGING VAN CHRISTUS

Door Silas

VOORWOORD

Christus’ kruisiging gebeurde ongeveer 2000 jaar geleden. Dit is gedocumenteerd door Romeinse, Joodse en Griekse historici. Echter, de koran ontkent dat de kruisiging plaatsvond. De koran gaat in tegen de bekende, opgeschreven geschiedenis. Dit artikel bespreekt Christus’ historische kruisiging.

INLEIDING

Het christelijke geloof leert dat Jezus gekruisigd werd. Alle vier Evangeliën doen verslag van de kruisiging, opstanding, en Hemelvaart. Echter, Mohammed en de koran zeggen dat Christus niet werd gekruisigd. Mohammed verscheen ten tonele ongeveer 600 jaar na Jezus. Mohammed beweerde ‘openbaringen’ van Allah te ontvangen, door Gabriël aan hem gegeven. Eén van Mohammeds openbaringen was dat Jezus niet werd gekruisigd.

De koran, soera 4:157 zegt:

“En om hun zeggen: “Wij hebben de Messias, Jezus, zoon van Maria, de boodschapper van Allah gedood”, - maar zij doodden hem niet, noch kruisigden zij hem (ten dode), - doch het werd hun verward”

Met andere woorden, iemand anders dan Jezus werd gekruisigd. De meerderheid van de moslims geloven deze vervangingstheorie.

Niettemin verklaart het bewijs uit zowel het nieuwe testament als uit ander historische bronnen dat Christus gekruisigd werd.

BEWIJS UIT DE BIJBEL DAT JEZUS GEKRUISIGD WERD EN STIERF

JEZUS VOORSPELDE ZIJN EIGEN KRUISIGING EN DOOD.

Jezus was niet bang om te sterven. In werkelijkheid voorspelde hij zijn eigen dood en opstanding:

Matteüs 16:21 - Vanaf die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden door toedoen van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, en dat hij gedood zou worden, maar op de derde dag uit de dood zou worden opgewekt.

Lucas 18:31,32 – 31 Hij nam de twaalf apart en zei tegen hen: ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, en alles wat door de profeten is geschreven zal men de Mensenzoon laten ondergaan. 32 Want hij zal worden uitgeleverd aan de heidenen en worden bespot en mishandeld en bespuwd.

Johannes 12:30-32 – ‘Die stem heeft niet voor mij gesproken, maar voor u. 31 Nu wordt het oordeel over deze wereld geveld, nu zal de heerser van deze wereld uitgebannen worden. 32 Wanneer ik van de aarde omhooggeheven word, zal ik iedereen naar mij toe halen.’

JEZUS GING GEWILLIG NAAR HET KRUIS

Matteüs 26:53-54 –53 Weet je niet dat ik mijn Vader maar te hulp hoef te roepen en dat hij mij dan onmiddellijk meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking zou stellen? 54 Maar hoe zouden dan de Schriften in vervulling gaan, waar staat dat het zo moet gebeuren?’

Matteüs 26:39 - Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’

Johannes 10:18 –Niemand neemt mijn leven, ik geef het zelf. Ik ben vrij om het te geven en om het weer terug te nemen – dat is de opdracht die ik van mijn Vader heb gekregen.’

HET NIEUWE TESTAMENT BESCHRIJFT JEZUS' KRUISIGING EN DOOD.

Matteüs 27:32-50, (vers 35) – Nadat ze hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen,

(vers 50) – Nog eens schreeuwde Jezus het uit, toen gaf hij de geest.

Lucas 23:26-46, (vers 33) – Aangekomen bij de plek die de Schedelplaats heet, werd hij gekruisigd, samen met de twee misdadigers, de een rechts van hem, de ander links.

(vers 46) – En Jezus riep met luide stem: ‘Vader, in uw handen leg ik mijn geest.’ Toen hij dat gezegd had, blies hij de laatste adem uit.

Johannes 19:17-30 (vers 18) – Daar kruisigden ze hem, met twee anderen, aan weerskanten één, en Jezus in het midden.

(vers 30) – Nadat Jezus ervan [water met azijn] gedronken had zei hij: ‘Het is volbracht.’ Hij boog zijn hoofd en gaf de geest.

BIJBELSE GETUIGEN VAN JEZUS’ KRUISIGING EN DOOD

Matteüs 27:54-56 – 54 Toen de centurio en degenen die met hem Jezus bewaakten de aardbeving voelden en merkten wat er gebeurde, werden ze door een hevige angst overvallen en zeiden: ‘Hij was werkelijk Gods Zoon.’
55 Vele vrouwen, die Jezus vanuit Galilea gevolgd waren om voor hem te zorgen, stonden van een afstand toe te kijken. 56 Onder hen bevonden zich Maria uit Magdala, Maria de moeder van Jakobus en Josef, en de moeder van de zonen van Zebedeüs.

Johannes 19:26 – Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon,’

HET GETUIGENIS OVER DE KRUISIGING NA ZIJN HEMELVAART

Petrus sprak de menigte in de joodse tempel toe:

Handelingen 2:23 – Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door heidenen laten kruisigen en doden.

Paulus zei:

Handelingen 13:29 – Toen ze alles ten uitvoer hadden gebracht wat er over hem geschreven staat, haalden ze hem van het kruishout en legden hem in een graf.

ANDER HISTORISCHE REFERENTIES ALS BEWIJS

Bewijs uit JOODSE BRONNEN:

Talmoed, b. Sanhedrin 43a: Op de vooravond van het Pascha werd Yeshoea [Jezus] opgehangen [of gekruisigd] . ... Omdat niets ten gunste van hem naar voren werd gebracht, werd hij opgehangen op de vooravond van het Pascha.

De Amoa “Ulla” (Ulla was een discipel van Youchanan en leefde in Palestina aan het einde van de derde eeuw) voegt toe: “En neemt u aan dat voor (Yeshoe van Nazareth – Jezus) er enig recht om in beroep te gaan was? Hij was een misleider, en de Genadige had gezegd: “U zult hem noch sparen noch hem verbergen.”Het is anders met Yeshoe, want Hij had een goede band met het civiele gezag.

Merk hier op dat de schrijvers van de Talmoed hun werk serieus namen. Deze mannen waren joden die niet geloofden dat Jezus de Messias was. Zij waren geen christenen maar zij documenteerden Christus’ kruisiging.


BEWIJS UIT ROMEINSE BRONNEN:

Cornelius Tacitus in zijn Annalen, xv. 44: Christus ... werd geëxecuteerd in de handen van de procurator Pontius Pilatus.

Lucian van Samosata: (Christus was) de man die in Palestina werd gekruisigd.

Merk op dat deze mannen professionele historici waren. Zij onderzochten hun werk alvorens het te publiceren. Zij documenteerden ook Christus’ kruisiging.

Dus beschikken we over drie typen van getuigenis van personen uit de eerste of tweede eeuw.

=============================================================

INFORMATIE OVER ROMEINSE KRUISIGING EN CHRISTUS’ DOOD

Jezus kon nooit de kruisiging overleefd hebben. De Romeinen waren erg zorgvuldig in het elimineren van die mogelijkheid. De Romeinse wet eiste de doodstraf voor iedereen die een executie verprutste.

Het feit dat de Romeinse soldaat Jezus benen niet brak, de procedure om de dood te versnellen, geeft aan dat hij reeds dood was. De benen van de andere twee gevangenen werden gebroken. Om te ademen als je aan het kruis hangt dien je jezelf met je benen op te drukken anders raak je bewusteloos. Dus om te voorkomen dat de gekruisigde zichzelf kan opdrukken om te ademen, werden de benen van gekruisigde vaak gebroken. Kennelijk stopte Jezus van uitputting met ademen en stierf voordat de soldaten zijn benen zouden moeten breken. Als Jezus niet dood was, zou het zichtbaar zijn doordat hij zichzelf aan het opdrukken was. De Romeinse verantwoordelijken waren deskundigen, zij zouden zich niet laten misleiden. Sommige mensen hebben beweerd dat de Romeinse bewakers werkelijk Jezus' leven probeerden te redden door niet zijn benen te breken. Waarom zouden de Romeinse bewakers proberen om iemand te redden die gezien werd als een bedreiging voor het Romeinse rijk? Bovendien, door zich niet van Christus’dood te verzekeren, stelden de Romeinse bewakers hun eigen leven op het spel.

Jezus stierf vanwege veel verschillende verwondingen, waaronder die veroorzaakt door de eigenlijke kruisiging. Maar voor de kruisiging, werd Jezus afgeranseld en geslagen. Hij was zó uitgeput dat een andere man zijn kruis moest dragen.

Om door te gaan op het geselen, de Romeinen zouden een persoon tot zijn middel uitkleden en zouden hem vastbinden op het plein. Dan zouden zij een gesel nemen die een handvat heeft van anderhalve voet lang. Aan het einde van het handvat, had de gesel vier leren riemen met zware, gekartelde beenderen of ballen van lood met gekartelde randen verbonden in het uiteinde van de riemen. Er was een minimum van vijf riemen van verschillende lengten. De Romeinen bewogen de gesel van boven naar beneden over de rug van het individu zodat alle ballen van lood of been het lichaam tegelijkertijd zouden raken. De joden stonden slechts 40 zweepslagen toe, dus deden zij nooit meer dan 39, zodat zij de wet niet konden breken als zij mis telden. De Romeinen, echter, waren ongeremd. Zij konden zoveel keer zweepslagen toebrengen als zij wilden. Dus, toen de Romeinen een jood geselden, deelden zij 41 of meerdere zweepslagen uit ondanks het feit dat joden hierop tegen waren. Dus kreeg Jezus tenminste 41 zweepslagen te verduren.

Er is een aantal medische autoriteiten die onderzoek heeft gedaan naar de kruisiging. Eén ervan is Dr. C. Truman Davis, uit de staat Arizona. Hij is een doktor die nauwkeurig studie heeft gedaan naar de kruisiging vanuit een medisch perspectief. Hier geeft hij de gevolgen weer van de Romeinse geseling: “De zware gesel werd keer op keer met volle kracht over de schouders, de rug en de benen naar beneden gebracht. In het begin snijden de zware doornen alleen door de huid. Dan, als het slaan doorgaat, snijden zij dieper in de onderliggende weefsels, eerst veroorzakend dat bloed uit de aderen en de bloedvaten van de huid sijpelt, en tenslotte uitspuitende slagaderlijke bloedingen van bloedvaten in de onderliggende spieren. De kleine ballen lood produceren eerst grote, diepe kneuzingen, die de anderen wijd open snijden. Tenslotte hangt de huid van de rug in lange repen, en het gehele gebied is een onherkenbare massa van gestold, bloedend weefsel.”

Veel mensen zouden alleen al sterven van de geseling. Nadat Jezus gegeseld werd, namen zij hem uit de executieruimte en nagelden spijkers in zijn polsen en voeten. Er wordt gezegd dat die vrijdagmiddag laat zij de benen van de twee dieven die met Jezus hingen braken, maar zij braken zijn benen niet. Hij was aan het kruis en zij zagen dat hij reeds dood was. Nu spietsten de Romeinse executeurs Jezus. Dit was de methode waardoor een executeur controleerde om te zien of een slachtoffer werkelijk dood was. Als bloed en hartvloeistof eruit kwamen zoals in Jezus’ geval, was dat een indicatie van de ingetreden dood en was er geen noodzaak om zijn beenderen te breken om zijn dood te versnellen zodat het kruis hergebruikt kon worden voor het volgende slachtoffer. Ooggetuigenverslagen beschrijven dat bloed en water gescheiden naar buiten kwamen – aangevend dat Jezus reeds dood was.

Ahmed Deedat, in zijn boekje “Crucifixion or Cruci-Fiction”, noemde dit fenomeen (de uitscheiding van bloed en bloedvloeistof) als bewijs dat Christus nog in leven was. Hij onderbouwt dit in zijn boekjes, door een beroep te doen op een artikel in Thinkers Digest 1949 van een anesthesioloog. Echter, vandaag de dag is er meer en beter medisch onderzoek door verschillende mensen op dit gebied gedaan die Deedats conclusie weerspreken.

Allereerst, vanuit een academisch gezichtspunt doen veel medische en universiteitsbibliotheken die eens dit verslag steunden dit nu niet meer. Het wordt door velen in het medische veld beschouwd als achterhaald.

Ten tweede, vanuit medisch gezichtspunt zou een wond van het type dat Jezus had, als de persoon nog in leven was, niet uit de wondopening maar in de borstholte bloeden en daarmee een interne bloeduitstorting veroorzaken. Bij de opening van de wond zou het bloed nauwelijks vanuit de opening druppelen. Want het is zo goed als onmogelijk dat het bloed en serum uit de speerwond vloeien, ondanks het feit dat een speer een perfect kanaal kan vormen. De grove interne schade aangebracht aan een persoon onder kruisiging met de spietsing in het gebied dichtbij het hart, zou bijna onmiddellijk de dood teweegbrengen. Het openbare ziekenhuis van de staat Massachusetts heeft gedurende een periode van jaren onderzoek op lichamen van mensen die stierven aan scheurende harten gedaan. Zij kwamen tot de volgende bevinding: Normaal heeft een hart 20 cc aan hartvloeistof. Wanneer een persoon sterft aan een scheurend hart, is er meer dan 500 cc aan hartvloeistof, en zal het naar buiten komen in de vorm van een vloeistof en geklonterd bloed.

Waarschijnlijk is dit wat gezien werd toen Christus door een speer gespietst werd.

PILATUS' REACTIE

Pilatus was enigszins verbaasd dat Christus reeds dood was. Toen een man genaamd Jozef om het lichaam vroeg riep Pilatus een Centurion en zei: “Ik wil dat u heen gaat en mij bevestigd dat Jezus dood is.” De Centurion was geen dwaas. Hij was niet bereid om zijn vrouw als weduwe achter te laten. De Centurion zou altijd met vier verschillende verantwoordelijken controleren om zich goed van de geldigheid van de doodverklaring te verzekeren. Dat was de Romeinse wet vereiste. Er moesten vier verantwoordelijken zijn, zodat in geval dat één man een beetje laks was, de anderen hem hierop zouden betrappen. En ze zouden nooit alle vier laks zijn in het tekenen van de doodverklaring.

Dit was om de verantwoording te verzekeren en bevestiging in de geldigheid van de doodverklaring.

De discipline was bij de Romeinen hoog. Bijvoorbeeld, toen de engel Petrus uit de gevangenis liet in Handelingen 12 in het nieuwe testament, riep Herodes de bewaking tot zich en executeerde hen allen. – voor het laten gaan van slecht één man uit de gevangenis. In Handelingen 16 werden de deuren in de gevangenis voor Paulus en Silas geopend, hun ketens werden losgemaakt. Op het moment de bewaker zag dat zij vrij waren, trok hij zijn eigen zwaard om zichzelf te executeren. En Paulus zei: “Wacht even!” Je ziet, dat de bewaker wist wat zou gebeuren als de gevangenen ontsnappen. De gevangenisbewaker zou worden geëxecuteerd. Hij besloot dat hij liever zou sterven door zijn eigen zwaard, dan door de Romeinen geëxecuteerd te worden.

Dus, Pilatus verzekerde zich van Jezus’ dood [zie ook Markus 15:45], en hij gaf Jezus’ lichaam aan Jozef om het te laten begraven.

DISCUSSIE

Er is overvloedig bewijs voor de kruisiging en dood van Jezus Christus.

Laat me een vierdelige test aanbevelen voor het bepalen van de geloofwaardigheid van getuigen. Het is gebaseerd op David Hume’s criteria:

  1. Spreken de getuigen elkaar tegen?
  2. Is er een voldoende aantal getuigen?
  3. Waren de getuigen waarheidlievend?
  4. Waren zij niet-bevooroordeeld?
  1. Het antwoord op deze vraag is de of de getuigen elkaar tegenspreken. De christelijke, Romeinse en Joodse getuigen zijn het er allen over eens dat Jezus gekruisigd werd.
  2. Er is inderdaad een voldoende aantal getuigen. Verscheidene getuigen uit christelijke bronnen, en twee getuigen van zowel Romeinse als Joodse bronnen hebben we gepresenteerd. Er zijn eigenlijk meer getuigen die genoemd kunnen worden, maar dit is genoeg.
  3. De getuigen waren waarheidlievend. Er is geen gedocumenteerd bewijs aanwezig dat de getuigen tegenspreekt. Alle vroege bronnen die Jezus dood noemen, verklaren allen dat hij gekruisigd werd.
  4. Een punt kan worden gemaakt voor wat betreft de christelijke bronnen; echter, zij werden christenen omdat zij van Christus’ dood EN CHRISTUS’ OPSTANDING getuigden. De Joodse en Romeinse getuigen waren duidelijk niet bevooroordeeld.

CONCLUSIE

Jezus Christus werd gekruisigd. Al het aanwezige  bewijs ondersteunt en bevestigt de kruisiging. Er is geen legitieme reden om Christus’ kruisiging te betwijfelen.

Mohammed en de koran schieten tekort. Mohammed maakte een fout toen hij zei dat Christus niet gekruisigd werd. Mohammed was geen ware profeet, hij was een valse profeet. De koran is niet het woord van God.

OPMERKING: Veel van het materiaal hier is overgenomen van verschillende pagina’s van Josh McDowell’s “A Ready Defense”.